Wat kun je doen aan tintelende handen of slapende vingers?
Leestijd: ca. 4 minuten | Geschreven door: Elise Karssies | Datum: 8 oktober 2025
Tintelende handen of slapende vingers komen vaak voor — vooral ’s nachts of bij herhaald werk met je handen. Soms is het tijdelijk, maar aanhoudende klachten kunnen wijzen op een carpaal tunnelsyndroom (CTS). Hierbij raakt een zenuw in de pols bekneld.
In deze blog leggen we uit:
-
wat de oorzaak is,
-
wat je zelf kunt doen
-
en welke behandelingen het meest succesvol zijn volgens de CTS-keuzekaart van de Federatie Medisch Specialistenen Thuisarts.nl.
Wat gebeurt er bij het carpaal tunnelsyndroom?
In je pols loopt een zenuw — de nervus medianus — door een smalle doorgang: de carpale tunnel. Wanneer die ruimte nauwer wordt, komt de zenuw in de knel. Dit veroorzaakt:
-
tintelingen of een doof gevoel in duim, wijs- en middelvinger;
-
nachtelijke pijn of een branderig gevoel;
-
soms krachtverlies of moeite met fijne handbewegingen.
Veelvoorkomende oorzaken zijn herhaalde belasting, een verkeerde werkhouding, hormonale veranderingen of zwelling in de pols.
Wat kun je doen bij tintelende vingers?
1. Laat een spalk aanmeten bij de handtherapeut
Een nachtspalk houdt de pols in een neutrale stand, zodat er minder druk op de zenuw komt.
Een handtherapeut kan een spalk voor u aanmeten, volledig aangepast aan jouw hand en pols.
-
Succes: bij ongeveer 40% van de mensen verdwijnen de klachten binnen enkele weken tot maanden.
-
Voordeel van maatwerk: een goed passende spalk zit comfortabel, belemmert de beweging niet onnodig en wordt daardoor beter gedragen.
2. Verminder belasting en verbeter je houding
-
Vermijd langdurig buigen of overstrekken van je pols.
-
Neem regelmatig pauzes bij herhalende handelingen (zoals typen, muisgebruik of tillen).
-
Zorg voor een ergonomische werkplek — onze handtherapeuten kunnen je daarover adviseren.
3. Stimuleer de doorbloeding
-
Beweeg je vingers, polsen en armen regelmatig door lichte buig- en strekbewegingen.
-
Houd je handen warm, want kou vernauwt de bloedvaten en kan tintelingen verergeren.
Behandelmogelijkheden volgens de CTS-keuzekaart
| Behandeling | Wat houdt het in? | Kans op klachtenvrij herstel | Wanneer geschikt? |
|---|---|---|---|
| Afwachten / rust | Geen actieve behandeling, enkel ontzien van de pols | ± 30 % | Bij lichte of tijdelijk ontstane klachten |
| Spalk (nachtbrace) | Een spalk die de pols ’s nachts recht houdt | ± 40 % | Eerste stap bij milde klachten |
| Injectie (corticosteroïden) | Ontstekingsremmer in de carpale tunnel | ± 70 % | Werkt snel, maar klachten kunnen terugkomen |
| Operatie (carpaal tunnel release) | Doorsnijden van het bandje dat de tunnel vernauwt | ± 90 % | Bij blijvende of ernstige klachten |
Een handtherapeut helpt je kiezen welke behandeling het beste bij jouw situatie past.
Wanneer professionele hulp inschakelen
Neem contact op met je huisarts of handtherapeut als:
-
de tintelingen na 4–6 weken niet verminderen,
-
je ’s nachts wakker wordt van de pijn,
-
of als je kracht verliest in je hand.
Wij kunnen beoordelen hoe ernstig de beknelling is en samen met jou een behandelplan opstellen.

